“Mijn eerste werkdag leek wel een slechte film”

John - Technisch Specialist

Begonnen als techneut in hun tienerjaren. En nu het pensioen voor de deur staat werken ze nog altijd hier. Al die jaren vormde hun werk het hart van ons bedrijf. De jongens van toen, de helden van nu. Dit keer: John Rutten, een van de gezichten van Alliander Herinzet.

Hij steekt een vinger op, soms een hand. Een knikje, soms een groet. “Ik ken iedereen hier in Duiven, normaal gesproken zou ik met mijn rug naar iedereen toe gaan zitten. Anders komen we nooit toe aan het gesprek”, lacht hij.

“Zeg het maar, wat wil je weten van deze krasse knar?”

Waar is iedereen?

John Rutten, met ruim dertig dienstjaren bij Alliander en de voorgangers, een bekend gezicht voor veel collega’s. Zo vaak hij nu begroet wordt, zoveel eenzamer was zijn eerste werkdag, op 2 januari 1986. “Ik was aangenomen als werkvoorbereider in Nijmegen. Ik vond het geweldig. Daarvoor zat ik in het bedrijfsleven, dat betekende veel uren maken, vroeg weg en pas laat thuis.”

Hij vervolgt: “Ik kwam het kantoor binnen. Wat denk je? Helemaal niemand. Een plek waar normaal honderden mensen horen te werken. Ik wachtte een uur, toen anderhalf uur. Uiteindelijk kwam er iemand binnen. ‘Oh, ben jij de nieuwe?’ kreeg ik te horen. Ze hadden een nieuwjaarsreceptie en waren mij vergeten uit te nodigen. Het was een soort heel slechte film.”

Kennis van alles

Met een achtergrond in onder meer elektrotechniek en werktuigbouwkunde, kun je John op heel veel plekken binnen een organisatie plaatsen. Zo heeft hij een registratiesysteem voor bedrijfsmiddelen opgezet, waarbij hij managers moest leren omgaan met een computer. Ook zat hij bij Planning & Coördinatie en bij Netcare. De laatste twaalf jaar had hij diverse leidinggevende functies.

“Uiteindelijk was daar Maarten van Riet. Hij had een leuke baan voor me, zei hij. Hij vertelde dat Alliander jaarlijks voor miljoenen aan spullen weggooit en hij zocht iemand met kennis en ervaring met ongeveer alles. En zo kwam ik bij Alliander Herinzet terecht.”

Met de kar achter de fiets

Spullen hergebruiken is niet nieuw voor John. Toen zijn eerste zoon werd geboren, was hij amateur wielrenner. En kind of niet, de kilometers moesten gemaakt worden. “Ik bouwde een karretje voor achter mijn racefiets. Met allemaal oude materialen. Zo maakte ik spatborden van de onderkant van een speciekuip. Mijn zoontje vond dat geweldig, hij had zelfs zijn eigen bidonhouder. Samen haalden we iedereen in op de fiets, al die jaloerse blikken…”

‘Als ik later groot ben…’

“Over een paar jaar… Dan wil ik wel chauffeur van een veewagen zijn. De varkens wil ik dan zonder dutsen en schrammen naar hun laatste rustplaats brengen. En wat wil ik worden als ik later groot ben? Die vraag stel ik mezelf geregeld. Volgens mijn omgeving moet ik een beetje haast maken met een antwoord. Maar het is zo lastig, ik zit vol ideeën en wil van alles. Tegelijkertijd is dit een mooi bedrijf waar je niet snel op een dood spoor belandt. Als je jezelf maar flexibel inzet.”

Het gesprek is afgelopen, als John nog even zijn aantekeningen erbij haalt. “Ik heb nog een gevleugelde uitspraak, die hoort echt bij mij: Beter om vergiffenis vragen dan om toestemming!