Ruim honderd jaar geschiedenis

28 november 2019

Ruim honderd jaar geschiedenis over Alliander en haar voorgangers. Dat levert veel mooie en bijzondere verhalen op over ons netwerkbedrijf.

Start van het netwerkbedrijf

De 19e en 20e eeuw staan bol van de uitvindingen. Van kaarsen en lantaarns tot olielampen en gloeilampen. Aan het einde van de 19e eeuw start de productie en distributie van elektriciteit.

Gas gewonnen uit kolen, is op dat moment de voornaamste bron voor licht en warmte. In 1915 wordt de NV Provinciale Gelderse Electriciteits Maatschappij opgericht, de PGEM. Ingenieur Herman Lohr krijgt de leiding. Het betekent de start van meer dan 100 jaar geschiedenis als netwerkbedrijf.

Elektrische verlichting

Gewapend met een lange stok en lont, trekt de lantaarnopsteker door de straten. Iedere avond steekt hij één voor één de straatlantaarns aan. De lampen brengen licht, maar vooral ook veiligheid. Met de komst van het elektriciteitsnet, sterft het avondberoep geleidelijk uit.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden kolen steeds schaarser en het gas steeds duurder. Hierdoor brandt in 1916 nog maar de helft van de straatlantaarns. Men kan het gas beter gebruiken om te koken. Dit betekent een grote doorbraak voor elektrische verlichting. Amsterdam heeft in 1917 de primeur met de eerste openbare elektrische straatverlichting.

Gasfabrieken

In 1826 en 1827 ontstaan de eerste gasfabrieken in Amsterdam en Rotterdam. Vele andere plaatsen volgen snel. Tot na de Tweede Wereldoorlog blijven de gasfabrieken in bedrijf, tot gasvondsten in Drenthe en Overijssel een nieuw tijdperk inluiden.

Vanaf de jaren vijftig stoppen gemeentelijke gasbedrijven hun productie en gaan over tot regionale distributie. Zodra de gasbel bij Slochteren wordt gevonden, worden gasnetten aangelegd naar gebieden die voorheen niet bereikbaar waren. Zo bereikt het gas langzaam iedereen in heel Nederland.

Betalen met muntjes

In veel gemeenten betalen huishoudens begin 1900 voor hun energie met gas- en lichtpenningen. Deze koperen, zilveren en later zinken munten worden in een speciale muntmeter geworpen. De penningen koop je bij de lokale kruidenier en zijn goed voor een bepaalde hoeveelheid gas of licht.

Geheim telefoonnet

Het eigen telefoonnet van de PGEM is tijdens de Tweede Wereldoorlog een belangrijk communicatiemiddel. Het ondergrondse verzet en de militaire politie maken gretig gebruik van het 4000 kilometer lange netwerk. De privé-verbinding kent veel geheime aansluitingen op strategische plekken, zoals langs de grens. Die moeten natuurlijk wel intact blijven. Dappere monteurs onderhouden de verbindingen in de hoogspanningsruimten.

Het slagen van operatie Pegasus 1 is mede te danken aan de geheime telefonische contacten. Door de telefoonverbinding met veldtoestellen, kan de evacuatie na de Slag om Arnhem tot in de puntjes worden voorbereid. Hierdoor weet een groep van 120 geallieerden over de Rijn te ontsnappen naar het Zuiden.

Tijd van wederopbouw

Na de bevrijding komt de wederopbouw in heel Nederland op gang. Op veel plaatsen zijn leidingen, gebouwen, fabrieken en soms zelfs hele gasleidingnetten zwaar beschadigd. Het aanleggen van nieuwe netten en hoofdleidingen is aan de orde van de dag.

De bevrijding betekent niet dat gas weer volop geleverd kan worden in Nederland. Woningen dichtbij de gasbron maken veel gebruik van het gas, waardoor er voor de buitenwijken niet voldoende voorraad is.

Aardgasbel bij Slochteren

Van de één op de andere dag plots wereldnieuws zijn. Het overkomt boer Boon uit Kolham, een klein Gronings dorpje in de gemeente Slochteren. Onder zijn akker wordt op 29 mei 1959 een aardgasveld ontdekt. De afmetingen ervan zijn gigantisch. De winning van aardgas neemt een enorme vlucht.

Om het aardgas in de huizen te krijgen, moet het rechtstreeks de buizen in. Dat vergt aanpassingen aan de leidingen, doordat de druk van stadsgas twee keer zo groot is als bij aardgas. Alle huishoudens worden voorzien van nieuwe branders en sproeiers. Monteurs draaien wijk voor wijk de gaskranen dicht. Gastoestellen worden omgebouwd en fornuizen vervangen. Leidingen krijgen bij het verbindingsstuk een harslaag zodat er geen gas kan ontsnappen en pijpen worden omgelegd.

Voorlichting op school

In de jaren 80 ontstaat het besef dat mensen veel meer geïnformeerd kunnen worden over energie en energiegebruik. Medewerkers van het netwerkbedrijf bezoeken daarom diverse basisscholen.

De kinderen uit groep 7 en 8 krijgen voorlichting over gas en energie. De gevulde ochtend bestaat uit de vertoning van een film, het invullen van een energieboekje en een demonstratie. De leraar geeft de kinderen de opdracht een opstel te schrijven over het bezoek. Hieruit blijkt dat de voorlichting intensief is beleefd en gewaardeerd.

Nuon

De jaren 90 kenmerkt zich door een ware fusiegolf in de energiesector. De ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt worden sterk beïnvloed door Europees beleid. Om beter te kunnen concurreren besluit de PGEM te fuseren met het PEB Friesland. Ook de Zuid-Gelderse Nutsbedrijven (ZGN) en de Veluwse Nutsbedrijven (VNB) sluiten zich aan.

Het nieuwe energiebedrijf gaat verder onder de naam N.V. Nuon. Enige jaren later wordt de fusie voltooid met de inlijving van Energie Noord West, EWR en Gamog. De kernactiviteiten van het nutsbedrijf richten zich op de productie, verhandeling en levering van elektriciteit, aardgas en warmte.

Het ontstaan van Alliander

Vanaf het begin van de 21e eeuw verandert er veel in de energiewereld. De Elektriciteitswet en de Gaswet zorgen ervoor dat het beheer en de levering van energie wordt gescheiden.

Consumenten kunnen nu hun eigen energieleverancier kiezen. Nuon is het eerste bedrijf in Nederland dat wordt opgesplitst in een productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. In 2009 gaat het netwerkbedrijf verder onder de naam Alliander.